Geschiedenis

Ontwikkeling Havenkwartier

In 1920 nam toenmalig burgemeester De Boer het initiatief tot het graven van een haven voor op- en overslag van goederen ter plaatse van het gebied Bergweide. Ondanks de naam doet vermoeden bestond het gebied uit naast de IJssel liggende lager gelegen weilanden. Naast de komst van de haven is begin vorige eeuw een gemeentelijk spoorwegemplacement aangelegd.

Ondanks de grote investeringen kwamen de ontwikkelingen in het havengebied langzaam op gang. Door de inspanning van de in 1945 ingestelde Havencommissie kwamen de ontwikkelingen in het havengebied in een stroomversnelling. Een belangrijke stap hierbij was de komst van de Prins Bernardsluis omstreeks 1952, waardoor het langverwachte vaste havenpeil tot stand kwam. Dit was overigens de eerste grote opdracht voor ingenieursbureau Witteveen+Bos. Door de komst van de nieuwe Prins Bernardsluis is de brug over de open verbinding tussen de haven en IJssel komen te vervallen.

Door de komst in 1968 van het gemaal Ankersmit - met zowel een in- en uitmaalfunctie - kon het havenpeil optimaal worden beheerst tussen 5,60-5,80m+NAP. De komst van schepen met een laadvermogen van circa 1200 ton was hierdoor mogelijk. De Deventer doorhaven groeide fors door de grote achterliggende agrarische afzetmarkt en de gunstige ligging en is tijdelijk de vierde doorvoerhaven van Nederland geweest.

De laatste decennia van de vorige eeuw is er sprake van een terugloop van bedrijvigheid omdat door schaalvergroting bedrijven naar elders vertrokken. Dit effect is vooral van toepassing op het westelijk deel van het Havenkwartier waar ook de grijze silo is gelegen. Door de kleinschalige structuur en bestaande bebouwing waren uitbreidingsmogelijkheden zeer beperkt.

Ter voorkoming van leegstand en verpaupering werden de panden door de gemeente Deventer verhuurd aan kleinschalige creatieve ondernemers. Het voormalige industriële havengebied werd hierdoor een broedplaats voor allerlei kunstzinnige en creatieve initiatieven.

In de huidige situatie zijn alle gebouwen rondom de grijze silo behouden gebleven. Nog steeds vormen de zwarte en grijze silo, het elevatorgebouw en weegbrug een prachtig ensemble van de op veel plaatsen verdwenen overslagbedrijvigheid.

Zwarte silo

De geschiedenis van de grijze silo is onlosmakelijk verbonden aan de komst van de zwarte silo. In 1923 kocht A.J. Lammers een stuk grond aan de nieuwe binnenhaven en liet door de bekende Deventer architect Van Harte een 30 meter hoge betonnen silo bouwen (opslagcapaciteit 1500 ton). In de jaren tachtig van de vorige eeuw is deze betonnen silo geteerd (tegen vochtdoorslag) en sindsdien is sprake van de “zwarte” silo. De zwarte silo bestaat uit 14 achthoekige cellen. Omstreeks 1946 wordt G.J. ten Hove eigenaar van de zwarte silo. In de jaren vijftig van de vorige eeuw koopt de CODO de zwarte silo (Coöperatieve op- en overslag Deventer en Omstreken).

Tot 1961 is de opslagcapaciteit van het terrein beperkt tot de 1500 ton van de “zwarte” silo. In deze vroegere tijden was er sprake van veel meer handwerk en werkten er ± 20 mensen, waaronder 3 man die bezig waren met het vullen en dichtknopen van zakken graan of andere producten. Goederen werden met paard en wagen afgevoerd. Dus geen groepen arbeiders die vanuit naastgelegen woonwijken op vaste tijden naar de grijze silo gingen voor hun werk. In de winter was de productie het hoogst omdat de geoogste goederen na droging en transport dan konden worden opgeslagen. Er werd incidenteel in ploegendienst gewerkt.

Grijze silo

In 1961 tot 1962 wordt de 51 meter hoge betonnen grijze silo gebouwd. De architect was verbonden aan het NCAVL “Centraal bureau van de nationale coöperatieve aan- en verkoopvereniging voor de landbouw”.

De bouw was spectaculair. Na drie weken van onafgebroken betonstort - in een houten glijbekisting die tijdens het harden van het beton steeds iets hoger werd geschoven - was de grijze silo een feit. De rechthoekige silo met een grondoppervlak van circa 130m² (8,5 bij 15 meter) was destijds het hoogste silo-glijbekistingsproject van Nederland. De bouw duurt natuurlijk nog veel langer want daarna wordt tegen de rechthoekige silo een lift- en trapportaal gebouwd van circa 3 bij 8 meter.

De oplevering zal omstreeks juni 1962 hebben plaatsgevonden. Het Gereformeerd Gezinsblad van 23 juni 1962 meldt over de openingshandeling en dat de bouwkosten van f 1.000.000 volgens de voorzitter J. Aalpoel verantwoord waren omdat de productie in de periode van 1950 tot 1961 was gestegen van 10.000 naar 50.000 ton. Uit het artikel blijkt dat op welke wijze de vooruitgang werd gedemonstreerd: waar voorheen 20 minuten nodig waren voor het vullen van één vrachtwagen, was het (theoretisch) mogelijk om binnen 10 minuten 20 vrachtwagens te vullen.

De grijze silo is qua verticale gelaagdheid te verdelen in vier lagen. Ten eerste de 3 meter hoge kelder die volledig onder het silogedeelte aanwezig is. De tweede laag (losvloer) betreft de begane grond (= peil) waar de vrachtwagens naar binnen reden om vanuit de bovenliggende trechters geladen te worden. De onderkant van de trechters bevindt zich op circa 4,5m+peil. De derde laag (cellendek) vanaf circa 7m+peil betreft het daadwerkelijke opslaggedeelte bestaande uit 32 rechthoekige cellen (ook wel karen genoemd), van 36 meter hoog. Deze cellen hebben een maat van circa 2 bij 2 meter en de wanddikte is 130mm. De buitenwand van de silo is 160 mm dik, met de karakteristieke verticale ribben, die corresponderen met de cellenstructuur. Aan twee zijden is duidelijk te zien dat sprake is van vier naast elkaar gesitueerde verticale cellen. Bij de andere twee wanden zijn dat er acht. De buitenkant van het beton is voorzien van een karakteristieke pleisterlaag van kristal cement graniet (KCG) die belangrijk is voor de uitstraling van de grijze silo. De vierde laag (elevatortoren met machinekamer) boven de groene pijl vanaf 43m+peil betreft het vul – en verdeelsysteem van de cellen. In de vierde laag is eveneens de machinekamer voor de lift aanwezig. De bovenste twee etages hebben relatief veel raampartijen.

Het elevatorgebouw aan de kade is met een transportband met de grijze silo is verbonden. Het elevatorgebouw is een bouwkundige omhulsel van de graanzuiginstallatie (35-40 tons Hartmann zuiginstallatie) en de aandrijving van diverse transportsystemen, waarmee de grondstoffen vanuit de schepen tot in de silo’s konden worden getransporteerd.

Werkingsmechanisme

Na de komst van de grijze silo werd de opslagcapaciteit verhoogd met 3500 ton. Ondanks deze sterke toename in capaciteit werd door ontwikkelingen in het productieproces het aantal werknemers snel minder. In de jaren tachtig werkten er zo’n 8 vaste krachten en 5 tijdelijke invalkrachten. Later nog zo’n 5 personen. De goederen kwamen per schip bij het elevatorgebouw (wordt soms ook aangeduid als pneumatiekgebouw) waarna de goederen werden opgezogen naar de kettingstransporteur. De goederen gingen via deze kettingtransporteur (ook wel Raidler genoemd) richting de grijze silo.

Een kettingtransporteur is in dit geval een gesloten rechthoekige bak waarin de goederen door een ketting waaraan circa 10cm hoge plaatjes zitten wordt voortgeduwd/getrokken. Nabij de grijze silo aangekomen gingen de goederen via een valpijp naar de kelder van de grijze silo.

Met behulp van een schroefmachine (met klepkast) - die in de kelder staat - werden deze goederen overgezet naar elevator 1 (of 2), bestaande uit twee verticale rechthoekige metalen kokers. In deze kokers zit een lopende band met bakjes (inhoud ongeveer 1,5 liter) eraan, ook wel jacobsladder genaamd, die vol omhoog gaan en leeg terugkeren.

De elevatorbakjes van de elevator worden op circa 47m+peil geleegd. De inhoud werd vervolgens met een kettingtransporteur, kanalen (met daarin klepkasten en schuiven) en valpijpen over de 32 cellen verspreid.

De goederen zijn dan na een lange weg eindelijk opgeslagen.

De vrachtwagens reden onder de trechtermonden en konden dan worden gevuld. Na vulling onder de trechtermonden werden de vrachtwagens gewogen op de nog steeds aanwezige weegbrug. Op een drukke dag in de jaren tachtig/negentig circa 25 vrachtwagens (40 tons) werden gevuld met goederen. In vorige tijden waren er meer vervoersbewegingen i.v.m. kleinere vrachtwagens. De transportbewegingen waren meestal beperkt tussen 6.00-18.00. Het lossen van schepen ging meestal langer door, soms tot zo’n 21.00. Het was geen continu losproces, dus geen 24-uurs diensten. Soms was er ook geen toevoer naar de silo’s en was er voor bepaalde personen geen werk op de silo’s zelf.

Indien een cel leeg moest worden gemaakt dan konden de goederen uit de betreffende cel via een stalen luik in de begane grondvloer naar het transportsysteem in de kelder worden overgezet. Dit transportsysteem in de kelder is een schroeftransporteur waarmee de goederen richting de tweede elevator gebracht werden. Beide elevators zijn aanwezig in het trap- en liftportaal. De laatste achtergebleven goederen in de cellen werden handmatig losgestoken. Goederen werden handmatig in de trechterluiken geveegd. Later was hiervoor een kleine shovel (bobcat) beschikbaar.

Vanaf het begin (1961) tot 1975 worden de boten gelost middels de eerdergenoemde graanzuiginstallatie. In 1975 wordt er naast het elevatorgebouw een nieuwe scheeplosinstallatie gebouwd. Deze installatie bestond uit de inmiddels verdwenen grote stalen trechter, een (gele) kraan en een afzuiginstallatie. Deze nieuwe installatie had twee voordelen: de capaciteit van het lossen werd verdubbeld naar 100 ton per uur en ook poederachtige stoffen zoals tapioca (cassavemeel) konden worden verwerkt. In de scheeplosinstallatie is een afzuiginstallatie aangebracht om grote stofwolken boven Knutteldorp te voorkomen. Bij een verkeerde wind kwam het nogal eens voor dat er veel stof neer kwam in de wijk Knutteldorp met alle gevolgen van dien voor het schone wasgoed. Bij windkracht 5 of hoger met zuidwesten wind mocht geen tapioca worden gelost. In 1975 zijn vanwege het meelstofoverlast ook voorzieningen getroffen bij de losvloer in de grijze silo. De stofzuiginstallatie hoog in de grijze silo was in 1961 reeds aanwezig. In de grijze silo werd rondom de lostafel/trechtermonden een verlaagd plafond en afzuigroosters aangebracht. Het stof werd opgevangen in een kast die buiten de grijze silo was gesitueerd met grote filterzakken en afzuigapparaten. Deze filterzakken moesten geregeld worden gedroogd omdat door het fijne iets wat vochtige tapioca de filters verstopt raakten. Het geautomatiseerde uitklopsysteem was bij tapioca niet voldoende om de filters vrij te houden.

De grijze en zwarte silo zijn fysiek aan elkaar verbonden door middel van een transportband ook wel kettingtransporteur. Goederen vanuit de grijze silo konden met behulp van een valpijp naar de zwarte silo worden gebracht. Een groot deel van deze valpijp zit inpandig in één silocel. Goederen vanuit de zwarte silo werden met de kettingtransporteur richting de kelder van de grijze silo gebracht. Nabij de grijze silo werden goederen via een valleiding richting de schroeftransporteur in de kelder gestort.

De huidige benaming grijze silo is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Voordien werd gesproken over de nieuwe, grote of hoge silo. De zwarte silo werd tot de jaren tachtig oude, kleine, lage of graansilo genoemd.

In de grijze silo werden derivaten (afval van landbouwproducten), granen, meel en tapioca opgeslagen.

Achteruitgang gebruik van de silo's

Na 1995 werd de productie minder. In deze periode is ook de samenwerking aangegaan met andere opslagbedrijven zoals de DOK, (Deventer Overslag Kombinatie). Beide silo’s hebben tot 2000 gefunctioneerd. Een belangrijke reden hiervoor was de opslagcapaciteiten bij calamiteiten bij andere silo’s, die bij het dichtvriezen van het Twentekanaal niet bereikbaar zouden zijn. Door verdergaande samenwerking (en latere fusies) en de hierdoor beschikbare opslagcapaciteit en de benodigde investeringen voor de grijze en zwarte silo is in 2000 besloten de opslag in de grijze en zwarte silo te beëindigen.

De begane grond van de grijze silo werd na de beëindiging gebruikt als klus- en opslagruimte. Periodiek werden er rondleidingen gegeven en kon de grijze silo worden beklommen. De SIED heeft sinds 1999 de bijgebouwen van de zwarte silo gebruikt voor hun activiteiten.

Diverse herbestemmingsstudies

Gedurende de leegstand zijn diverse herbestemmingsstudies uitgevoerd. In 2003 heeft H.N. van Bekkum een studie gedaan naar de mogelijkheden om een hotel en ontspanningsruimte in de grijze silo te realiseren. Verder heeft I'M Architecten in 2004 een verkenning gedaan naar de transformatiemogelijkheden voor de grijze silo. Hierin kwam o.a. naar voren dat appartementen bouwen in de silo’s niet realistisch is. Uit de studie blijkt dat de fundering 19 verdiepingsvloeren kan dragen, maar de betonnen tussenwanden hierop niet berekend zijn. Ook het maken van appartementen hangend aan de silo is niet levensvatbaar. In de studies van I’M architecten zijn ook opties onderzocht zoals “optoppen” van de silo met 8 appartementen. De hoogte van de silo kan qua belasting zeker 1,5 keer zo hoog worden. Gezien de gebruiksbelasting van 3500 ton waarvoor de grijze silo is gebouwd vormen toekomstige herbestemmingen qua verticale belasting geen beperkingen.

Aankoop door de gemeente

De gemeente Deventer koopt in 2011 een deel van het Havenkwartier van For farmers / Hendrix (opvolger CDL) met onder andere beide silo’s in het kader van de ontwikkeling van het Havenkwartier.

In hetzelfde jaar verleent de gemeente Deventer medewerking aan Europan 11 in het Havenkwartier. Het winnende ontwerp ‘Planting Havenkwartier’ van Erwin Schot, Bas Meijerman, Eloi Koster en Elmar Hammer richtte zich zowel op de grijze silo, als op het omliggende gebied. Voor de grijze silo was het idee om 126 kleinere eenheden te realiseren, met als functie bewoning en initiatieven op het gebied van stadslandbouw. Dit plan heeft geleid tot de extra functieaanduiding ‘volkstuin’ in het bestemmingsplan.

De gemeente Deventer verkoopt in 2012 de zwarte silo aan non-profit organisatie BOEi. Tijdens de verbouwing wordt de schoningsinstallatie verwijderd.

Anno 2014 was er voor de grijze silo nog geen herbestemming gevonden, eerdere plannen konden niet gerealiseerd worden vanwege financiële, constructieve en/of procedurele belemmeringen. Dit terwijl de noodzaak om de betonrenovatie uit te voeren uit veiligheidsoverwegingen steeds urgenter werd. Om de grijze silo stonden hekken vanwege het gevaar van vallende betonschollen op de openbare weg. Doordat de grijze silo een gebouw is dat juist heel specifiek is voor de functie, is het niet makkelijk een functieverandering te realiseren. De huidige silo indeling kan niet zonder meer gesloopt worden, dit zou de stabiliteit ernstig schaden. De cellenstructuur dient behouden te blijven, of er dient een nieuw stabiliteitssysteem aangebracht te worden, ter ondersteuning van de gevels.

In 2015 verkoopt de gemeente Deventer de Grijze silo aan twee particulieren. Er is een ontwerp gemaakt met behoud van het karakter van het gebouw. De voorgestelde transformatie van de silo is gebaseerd op het uitgangspunt dat geen (grote) constructieve aanpassingen noodzakelijk zijn. De bovenste twee verdiepingen hebben een uniek uitzicht over de IJssel en haar uiterwaarden, het Overijsselse landschap en de historische binnenstad van Deventer. Deze waarde wordt verwezenlijkt door het creëren van een woning boven de karen van de silo. Doorslaggevend voor de herbestemming is het onderzoek naar de kwaliteit van het beton. Daaruit is gebleken dat de betonrenovatie pragmatisch en binnen aanvaardbare financiële kaders is uit te voeren. Voor de gemeente Deventer is dit een unieke kans om de herbestemming en daarmee het behoud van de grijze silo te realiseren. Bij de overwegingen vanuit de gemeente speelt de maatschappelijke en karakteristieke waarde van de silo een belangrijke rol. De silo is voor het Havenkwartier en zijn specifieke dynamiek een belangrijk baken, reden waarom ook in deze fase gezocht wordt naar meer openbare (mede) gebruiksmogelijkheden. Deze ontwikkeling past in de strategie die de Gemeente Deventer voor dit gebied voor ogen heeft. De herontwikkeling van het oude industriegebied tot een karakteristieke stadswijk voor wonen, werken, cultuur en vrije tijd. Ruimte voor een veelheid van functies met behoud en herbestemming van cultuurhistorisch erfgoed. Een ontwikkeling met erfgoed als inspiratiebron.

Het transformatieplan ''Van een vervallen blikvanger tot een modern stadsicoon'' is tot stand gekomen in samenwerking met de gemeente Deventer, I'M architecten, betonrenovatie en -reparatie specialist Vogel, Ecogroen & Riskzone considering safety.

Wij hopen met ons initiatief van burgerparticipatie een inspirerend voorbeeld van lef, creativiteit en doorzettingsvermogen te zijn voor andere herbestemmingen.

Met dank aan Henk Ekkelboom.

Beschikt u over oude foto's van de (omgeving) van de Grijze silo, anekdotes of andere informatie dan zouden wij het leuk vinden als u contact met ons opneemt.

Foto's voor aanvang van de transformatie


Grijze silo
Zuiderzeestraat 1
7411 MC Deventer
hello@grijzesilo.nl


Tijdlijn:

1961   Spectaculaire bouw

Spectaculaire bouw

De bouw van de hoge silo in 1961 was spectaculair: na drie weken onafgebroken beton stortten in een houten glijbekisting stond in Deventer het eerste silogebouw dat op deze wijze in Nederland is gebouwd.

De bouw duurt natuurlijk nog veel langer want daarna wordt tegen de rechthoekige silo een lift- en trapportaal gebouwd van circa 3 bij 8 meter (zie  foto links).  De oplevering zal omstreeks juni 1962 hebben plaatsgevonden. Het was nu mogelijk om in 10 minuten 20 vrachtwagens te vullen, waar voorheen  20 minuten nodig waren voor het vullen van één vrachtwagen.

Bron: Henk Ekkelboom

Bron foto: Deventer in beeld. Uit Focus op Deventer (pag 95). Fotograaf A. Hakeboom.

Spectaculaire bouw


1975   Milieubesef in de jaren 70

Milieubesef in de jaren 70

In de silo werd veevoeder opgeslagen maar ook graan en meel. Na verloop van tijd wordt er ook Tapioca in de silo opgeslagen. Dit is een zeer stoffige vervanger van het oude veevoeder. Met de groei van het milieubesef in de jaren 70 moet de CODO een afzuiginstallatie plaatsen. De buurt lag tot dan toe na het laden van Tapioca volledig onder het fijne stof.

De op de foto zichtbare stofzuiginstallatie hoog in de grijze silo was in 1961 reeds aanwezig.

Foto: Theo de Kreek

Milieubesef in de jaren 70


1975   Bouw scheepslosinstallatie

Bouw scheepslosinstallatie

Vanaf het begin  (1961) tot 1975 worden de boten gelost middels een afzuiginstallatie. Het vacuüm zuigen kost veel energie en niet alle producten kunnen worden gelost. Met name de poederachtige stoffen als Tapiocameel kunnen moeilijk worden gelost middels de zuiginstallatie.

In 1975 wordt er naast het elevatorgebouw een nieuwe scheeplosinstallatie gebouwd. Deze installatie bestond uit de inmiddels verdwenen grote stalen trechter, een (gele) kraan en een afzuiginstallatie. Deze nieuwe installatie had twee voordelen: de capaciteit van het lossen werd verdubbeld naar 100 ton per uur en ook poederachtige stoffen zoals tapioca (cassavemeel) konden worden verwerkt.

Tot 1980 blijft de zuiginstallatie in bedrijf, daarna neemt de kraan het volledig over. En komt de zuiginstallatie in verval.

Bron: Henk Ekkelboom & I'M architecten

Bouw scheepslosinstallatie


1976   Grijze silo in gebruik als filmset voor de film A Bridge too far

Grijze silo in gebruik als filmset voor de film A Bridge too far

Bovenop de Grijze silo was voor de film ‘A Bridge too far’ een stukje van de Lebuineskerk nagebouwd. Zo’n shot kun je vanaf de Lebuinestoren niet maken, tenzij je een hele grote hijskraan gebruikt. Het nabouwen van het decor op de Grijze silo was gemakkelijker.

‘A Bridge too far’ is de verfilming van Operatie Market Garden, waarbij geallieerde troepen in september 1944 na luchtlandingen een poging deden om de grote rivieren over te steken om Nederland te bevrijden van de Duitse bezetter.

De filmproducent vond echter dat Arnhem niet geschikt was voor de opnames, de situatie rondom de Rijnbrug in Arnhem was te veel veranderd. Deventer werd als alternatieve locatie gekozen. In Deventer was er nog een hitorische aanblik op de stad. Volgens filmproducten Joe E. Levine, leek Deventer ondertussen meer op Arnhem dan Arnhem zelf.

Grijze silo in gebruik als filmset voor de film A Bridge too far


1980   Hoge silo heet voortaan Grijze silo

Hoge silo heet voortaan Grijze silo

De huidige benaming grijze silo is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Voordien werd gesproken over de nieuwe, grote of hoge silo. De zwarte silo werd tot de jaren tachtig oude, kleine, lage of graansilo genoemd.

Bron: Henk Ekkelboom

Foto: Diane Boersma (Deventer Fotokring)

Hoge silo heet voortaan Grijze silo


1999   Cultuurhistorische visie Bergweide

Cultuurhistorische visie Bergweide

Met het rapport Historische onderzoek Bergweide wordt de historische ontwikkeling van het industrieterreinencomplex op een samenhangende wijze in beeld gebracht. De SIED wil hiermee een grondslag bieden voor planontwikkeling aan de gemeente - en aan al degenen die hierbij betrokken zijn - aan te bieden. Na een historische verhandeling waarin onder meer de planontwikkeling van 1970 tot en met 1970 wordt geschetst wordt er een beschrijving en een waardebepaling van de infrastructuur en de bebouwing in het gebied gegeven. In 2008 en 2017 verschijnt een aanvulling op deze publicatie.

De Grijze silo is van waarde vanwege:

- voorbeeld in deze omvang van een silo in glijbekisting;

- voorbeeld van een zuiginstallatie en overslaginrichting uit de jaren zestig en zeventig van de twinstigste eeuw;

- historisch landmark en baken in het Deventer stadslandschap.


Bron: Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED)

Cultuurhistorische visie Bergweide


2000   Beëindiging van de bedrijfsactiviteiten

Beëindiging van de bedrijfsactiviteiten

In 2000 vertrokken de werknemers van de silo naar de hoofdvestiging van het bedrijf in Lochem, de silo werd nog als reserve aangehouden tot deze in 2011 met de andere gebouwen werd verkocht aan de gemeente Deventer.

 

Beëindiging van de bedrijfsactiviteiten


2003   Stille reuzen, schakels in de voedselketen

Stille reuzen, schakels in de voedselketen

De SIED besteed het 11de nummer van de Nijvertijd aan silo's. Je ziet ze niet snel over het hoofd, deze grote gebouwen aan de rand van steden en dorpen. Silo's bepalen het landschap, maar toch hebben we nog te weinig aandacht aan dit bijzondere
soort van industrieel erfgoed besteed. Maar dat gaat veranderen: samen met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg gaat de provincie Overijssel onder het motto 'Lege silo's, nieuwe vulling' onderzoek doen naar de mogelijkheden voor behoud en of herbestemming van vijf van de talrijke silo's in de provincie. Tot deze vijf behoren de twee silo's aan de industriehaven van Deventer, in de volksmond bekend als de 'grijze' en de 'zwarte' silo.


2004   Kathedralen van het platteland ('Lege silo's, nieuwe vulling')

Kathedralen van het platteland ('Lege silo's, nieuwe vulling')

De publicatie ''Kathedralen van het platteland - Stukken en brokken: silo’s in Overijssel'' is onderdeel van het Belvedere-project ‘Lege silo’s - nieuwe vulling’. Dit project had tot doel de silo’s te omschrijven en te waarderen. Vervolgens is bestudeerd of ze tot iets bijzonders kunnen worden getransformeerd. Dirk Baalman het het Overijsselse silobestand geïnventariseerd, de ontwikkeling ervan beschreven en gewaardeerd. Het bevat een velddekkend beeld van het Overijsselse silobestand. Hieronder staan enkele afbeeldingen uit deze publicaties.

De grijze silo wordt in deze publicatie CODO genoemd.

Onderstaande tekst over de agrarische geschiedenis van producten en productiesystemen voor veevoeders komt uit deze publicatie.

Koeken en brokken
Aanvankelijk werden de samenstellende delen van veevoer apart verhandeld, getransporteerd en opgeslagen. Tot 1920 was het handelen in mengvoeders verboden. Het zou toen nog tien jaar duren vóór er een erkend controlesysteem was ontwikkeld dat een garantie op kwaliteit kon afgeven. De Centrale Landbouworganisaties introduceerden toen het CLO-keurmerk.

Veevoer op basis van granen
Tot ongeveer 1930 ging het in de veevoerindustrie dus vooral om voedergranen, met daarnaast veekoeken en -brokken. De granen werden voor ruwweg een kwart geïmporteerd; de rest werd inlands verbouwd. De brokken en koeken werden gemaakt met wat veelal restproducten waren van de bewerking van grondstoffen uit andere sectoren, zoals oliehoudende zaden, soja, grondnoten, cacao en kokos. Deze achtergrond in de wereld van het graan heeft ervoor gezorgd dat korenmolens vaak de kern van een veevoederbedrijf zijn geworden. Het molenbedrijf maakte de verschuiving naar deze rol voor het veevoer geleidelijk. Met de komst van de grote stoommeelfabrieken aan het eind van de negentiende eeuw raakten de molens de fabricage van bloem kwijt. De behoefte aan een goede kwaliteitscontrole zorgde na de Eerste Wereldoorlog voor een reductie van het aantal plekken waar tarwemeel gemalen kon worden. Zo raakte het molenbedrijf het bakkersgemaal kwijt en bleef alleen het ‘boerengemaal’ over. Tijdige omschakeling naar elektrificatie en naar de inzet van hamermolens (in plaats van de in capaciteit beperkte molenstenen) hield deze molenbedrijven relatief lang in stand. Misschien is de grote verspreiding van het molenbedrijf in Overijssel er wel de reden van, dat zich hier nog veel relatief kleine zelfstandige (particuliere) diervoederbedrijven bevinden. De meeste daarvan zijn zelfs nog gevestigd op een oorspronkelijke molenlocatie. Niet zelden werden elektrische maalderijen gebouwd door molenaars die hun windmolen vervolgens onttakelden en voor opslag gingen gebruiken, soms door er een silo in te bouwen. Voorbeelden van zulke complexen zijn Massier in Nieuwleusen, Fakkert in Hoonhorst en Olde Hengel in Ootmarsum.

Veevoer op basis van olie
Olieslagerijen en oliemolens waren de producenten van veekoeken. Uit zaden (koolzaad, lijnzaad, raapzaad) werd olie geperst. Die olie werd verwerkt tot een eindproduct dat de hoofdzaak van de olieslagerij was, maar de uitgeperste massa, die als rest overbleef, was bruikbaar als veekoek. Elke koek was ongeveer een kilo zwaar; per koe was het verbruik van dit ‘krachtvoer’ zo’n twee koeken per dag. Veekoeken hadden bij een juiste vochtigheid een behoorlijke houdbaarheidsdatum en zij konden worden verpakt in kartonnen dozen. Door het belang van hun restproduct veekoeken werden oliemolens een onderdeel van de veevoederindustrie. Maalderijen met een combinatie van maalstoelen voor graan en olie waren gewone verschijningen.

Mengvoeders
Het opheffen van het verbod op het maken van mengvoeders hing samen met een grote druk vanuit de veesector. Door de toepassing van kunstmest was de voedingswaarde van grassen als zomervoer sterk toegenomen. De productiviteit van de koeien groeide navenant, maar gelijkwaardig wintervoer was niet voorhanden tegen aantrekkelijke prijzen. Met het voeden met hooi, lijnmeel en veekoeken kwam de veestapel de winter niet meer door. Alleen mengvoer kon tegen haalbare
prijzen de benodigde wintervoedingswaarde leveren. De top-coöperaties hielpen de regio’s met de bouw van mengvoederinstallaties. Rond 1950 waren er in Nederland al ruim 1.800 mengvoederfabrieken of -fabriekjes. Grote fabrieken van bijvoorbeeld het Centraal Bureau stonden in Meppel en in Almelo, waar na de oorlog met Dollegoor een nieuw nat bedrijventerrein (dat wil zeggen met kanaalhavens) beschikbaar kwam. De mengvoederfabriek was er één van de eerste vestigingen.

De Handelsraad leverde aan de coöperaties van de ABTB de benodigde kennis voor de oprichting van mengvoederfabrieken. In de jaren ’50 werden zulke complexen gebouwd met inzet van onder andere één architectenbureau, dat in het hele werkgebied van de Handelsraad actief was. De silo was een onmisbaar onderdeel van deze complexen en de silobouwwerken van dit bureau, Giesen uit Doetinchem, zijn steeds herkenbaar door hun eigen stijl. Er zijn er veel van verdwenen doordat ze zijn gesloopt (Albergen, Haarle na brand), ingepakt in damwandprofiel, of aangevuld met nieuwe silo’s in staal of beton (Hankate). Een gave staat er nog te verkommeren in Nieuw Heeten, een exemplaar dat bewijst op welke kleine schaal de bouw van een fabriek toen nog kon plaatsvinden.

Naar de aard van het product mengvoer zijn de silo’s opgebouwd uit schachten voor verschillende basisproducten of grondstoffen. Die worden apart per schip of per as aangevoerd en in de karen gestort. Onder uitstortopeningen vinden we een wormwiel (schroef) of lopende band, die de in wisselende hoeveelheden gestorte grondstoffen naar de meng-installatie voert. Het gemengde product wordt opgeslagen in silo’s en later als bulk of in zakken afgevoerd naar de afnemers, de boeren. Een silocomplex heeft dus een ruime infrastructuur voor vrachtauto’s en/of schepen, heeft karen voor grondstoffen en eindproducten, heeft een meng- en weeginstallatie en bezit veelal laboratoriumfaciliteiten voor de kwaliteitscontrole. Een ‘afzakinstallatie’ en ruimte voor zakkenopslag horen ook tot de standaarduitrusting. Tot de stoffen die worden opgeslagen behoren graansoorten, sojaschroot, melasse, meelsoorten zoals beendermeel en lijnmeel, alsmede vitaminen en mineralen. De verschillende samenstellende delen worden in een brokkenmachine geperst (bijvoorbeeld met stoom, vetten en oliën) tot brokken van verschillende afmetingen, afhankelijk van de diersoort die ermee gevoerd wordt. Omdat de hoeveelheden van deze stoffen in de verschillende mengverhoudingen anders zijn (evenals de korrelgroottes), kunnen gespecialiseerde installaties ontstaan voor varkensvoer en voor rundervoer. Booijink bijvoorbeeld heeft zijn installaties voor rundervoer in Luttenberg staan, die voor varkensvoer in Raalte. Bovendien leiden de wisselende hoeveelheden ertoe, dat een silocomplex karen van verschillende afmetingen kan hebben: de karen voor de toeslagstoffen kunnen kleiner zijn dan die voor de basis; die voor de grondstoffen zijn vaak kleiner dan die voor gereed product.

Oogst- en basisstoffenopslag
Enkele silo’s in Overijssel zijn speciaal ingericht voor de opslag van geoogst product dat vervolgens als grondstof voor mengvoer dient. De coöperatie ABCTA gebruikt de silo in Vroomshoop voor de opslag van graan, dat op de productielocaties in Almelo, Deventer en Delden (en Lochem) wordt verwerkt. De silo is daartoe uitgerust met een graandrooginstallatie. Ook de silo van Graansloot in Kampen is uitsluitend ingericht voor de opslag van graan dat als basis dient voor diervoeders. Dit bedrijf beperkt zich tot op- en overslag zonder verdere bewerkingen. In Hengelo vinden we bij de firma Schouten Industries een sojafabriek. Sojabrokken worden hier per schip aangevoerd, verwarmd (‘geroast’) en voor transport in silo’s opgeslagen. De soja dient als basismateriaal voor diervoederfabrieken. De silo in De Krim (gemeente Hardenberg) werd de laatste jaren vooral gebruikt voor gerst, dat werd afgenomen door bierbrouwerijen en diervoederbedrijven.


2004   Kunstmanifistatie Define Yourself

Kunstmanifistatie Define Yourself

Zeven leegstaande industriële panden vormen het podium voor de kunstmanifestatie DEFINE YOURSELF - definitions of space.

De kunstmanifestatie bood een andere manier van kijken en ervaring van het Deventerse havengebied.

Na deze kunstmanifestatie veranderde een klassiek masterplan tot creatieve wijk als inspiratiebron voor een succesvol ontwikkelingsplan dat ruimte bied voor ideeën.

Foto: Broos (Pietertje van Splunter en Zeger Reyers)

Kunstmanifistatie Define Yourself


2009   Hergebruiksmogelijkheden industrieel erfgoed (Gebouwenboek)

Hergebruiksmogelijkheden industrieel erfgoed (Gebouwenboek)

De cultuurhistorische waarde en hergebruikmogelijkheden van diverse karakteristieke en monumentwaardige gebouwen in het Havenkwartier zijn middels dit onderzoek in beeld gebracht en gerapporteerd in het “Havenkwartier Deventer gebouwenboek''. Intermezzo: Bestemmingsplan Chw Deventer stad en dorpen, 1e herziening (vastgesteld 24-05-2023) verwijst naar dit rapport. 

Wat moet behouden blijven?
1. De icoon werking van de silo (verhouding grondvlak/ hoogte)
2. Het verticale karakter, de geslotenheid en de rankheid van de silo
3. De tafel met trechtermonden

Wanneer deze karakters teveel worden aangetast bestaat de kans dat de silo teveel wordt verminkt en niet meer het icoon kan zijn van een vernieuwd havenkwartier.

Hergebruiksmogelijkheden

Eerdere gedane nieuwe functies in de hoge silo als duikcentrum, eros-centrum zijn niet meegenomen in dit rapport. In de silo’s appartementen bouwen is niet mogelijk. De grote moeilijkheid is dat de structuur van de silo niet verwijderd kan worden. Ook het maken van appartementen/ kamers hangend aan de silo is niet levensvatbaar. Het worden moeilijke constructie en het inwendige van de silo moet nog steeds hele ingrijpende wijzigingen ondergaan. Bovendien verstoort dit de verschijningsvorm van de silo.

Nieuwe functie als Archiefcentrum?
Het gebouw kan goed dienstdoen als een archiefcentrum. Er moeten dan stalen vloeren worden aangebracht in de 32 karen. Ook moeten er diverse openingen worden gemaakt tussen de diverse karen per verdieping. Als voorbeeld kan dienen de verbouwde silo in de raambuurt waar de archeologische dienst het depot heeft. Stedenbouwkundig zou onderzocht moeten worden of nieuwbouw naast de silo mogelijk is.

Woonfunctie?
De woonfuncties in het Havenkwartier zijn tot op dit moment omstreden en zeker voor de silo locatie geldt dat er belangrijke ontheffingen t.b.v. hogere grenswaarden, o.a. voor geluid, veiligheid en stank, nodig zijn om tot een ontwikkeling te kunnen  komen. Grootschalige invullingen van appartementen zullen dan ook niet aan de orde zijn maar een aantal appartementen zou zeker goed zijn voor het gebied. Het maken van appartementen in de huidige silo is waarschijnlijk onmogelijk door eisen in het bouwbesluit als daglichttoetreding, geluidseisen en afmeting. Ook heeft W+B aangegeven dat het maken van doorgangen in de bestaande betonnen hoofddraagconstructie maar beperkt mogelijk is.

Optoppen van de silo
Onderzocht kan worden of de silo kan worden opgetopt met 8 appartementen, voor de verticale belasting zal dit geen probleem zijn maar onderzocht moet worden hoe de windbelasting kan worden opgevangen.

Bij sloop van de silo zijn er drie opties:
1. Geheel slopen incl. tafel
2. De helft van de silo slopen
3. Alleen de “tafel” laten staan (onderste gedeelte waar trechters nog zichtbaar zijn).

Uit navraag blijkt dat gedeeltelijke sloop tot de mogelijkheden behoort, de silo wordt dan middels een kraan van bovenaf afgeknabbeld.

Bij totale sloop kan op de footprint/kelder van de silo appartementen worden gebouwd, zo blijft de icoon werking van de silo gehandhaafd en wordt het meer een verwijzing naar het verleden.

Bij het handhaven van de tafel blijft een karakteristiek onderdeel op maaiveld bestaan. Op de tafel kunnen nieuwe appartementen worden gebouwd.

Bij sloop van alleen de bovenste helft blijft het karakteristieke uitstraling van de silo grotendeels bewaard. In de helft die blijft staan kunnen bergingen worden gebouwd. Bovenop de bestaande helft kunnen glazen appartementen worden gebouwd. De hoogte van de silo kan zeker 1,5 keer zo hoog worden. Dit betekend 22 appartementen van 136m2 (incl. buitenruimte).

Bron: Havenkwartier Deventer; Inventarisatie Industrieel Erfgoed & Rapportage Hergebruiksmogelijkheden; Gebouwenboek (I'M architecten 30 maart 2009)

Hergebruiksmogelijkheden industrieel erfgoed (Gebouwenboek)


2010   Ontwikkelplan voor het Havenkwartier

Ontwikkelplan voor het Havenkwartier

Ruimte voor Ideeën heet het ontwikkelingsplan voor het Havenkwartier in Deventer.

Ondernemers, kunstenaars en particulieren kunnen hier ruimte vinden als ze er in willen investeren om het bijzonder te maken, liefst zelfs wat gewaagder dan elders. “We zoeken bewust de grenzen op,” zegt supervisor Andries Geerse.

Nieuwsgierig? Bekijk het gehele Ontwikkelplan Havenkwartier (mei 2010) of lees de uitwerking van dit praktijkvoorbeeld opgesteld door de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed.


2011   Gemeente Deventer wordt eigenaar van silo's

Gemeente Deventer wordt eigenaar van silo's

De gemeente Deventer koopt de zwarte en grijze silo met bijbehorende gebouwen en grond. De overdracht luidt ook de verdere aanpak van het aanpalende Havenkwartier in.

Ook al zijn de silo's al jaren niet meer in gebruik, beide gebouwen waren nog altijd in bezit van mengvoerderfabrikant For Farmers. Ooit waren de pakhuizen de schakel voor de levering van veevoer aan de veeboeren in de wijde omgeving, tot Hardenberg aan toe. Nadien namen de For Farmer-silo's in Lochem die taak meer en meer over. Sinds begin deze eeuw stonden de opvallende bouwsels werkeloos aan de Mr. de Boerlaan.

Gemeente Deventer wordt eigenaar van silo's


2011   Europan Architecten prijsvraag

Europan Architecten prijsvraag

De winnaars van de Europese architecten wedstrijd ‘Europan’ hebben voor de grijze silo in het Havenkwartier een opmerkelijke bestemming bedacht; Een groentenkwekerij. Het ontwerp ‘Planting Havenkwartier’ is bedacht door de jonge architecten Erwin Schot, Bas Meijerman, Eloi Koster en Elmar Hammers.

Kor Zijnstra, partner van het Architectenlab in het Havenkwartier, maakte destijds ook een ontwerp. Zijn ontwerp was gebaseerd op basis van de visie dat nieuwe gebouwen samen met de herbestemming van bestaande de huidige ruwe esthetiek van het gebied adopteren. Een voortzetting van de reeds aanwezige “bottom-up” benadering is de sleutel voor dit gebied gezien de huidige economische en culturele aspecten.

Zie ook de website van Europan

Europan Architecten prijsvraag


2011   Beeldkwaliteitsplan Havenkwartier

Beeldkwaliteitsplan Havenkwartier

Light variant met Ruimte voor ideeen

De gemeente kiest voor een ‘light’ variant met een beperkt aantal regels én inspirerende voorbeelden om de creativiteit te stimuleren. 

De gemeente kiest ook voor een stapsgewijze verandering van het Havenkwartier Deventer naar een levendige stadswijk voor wonen, werken en cultuur. De kracht zit in spontane creatie, de regie in gezamenlijke ambities. Karakter bouw je niet in één dag, karakter moet groeien: voortbouwen op het bestaande, vervangen van slechte onderdelen en ‘oliën’ van vastgeroeste functies. Dit continue gesleutel trekt een bont gezelschap van ondernemers, bewoners en bezoekers en maakt het gebied spannend en gevarieerd. Het Havenkwartier Deventer wordt het resultaat van samenspel tussen gemeente,provincie, ondernemers, bewoners en andere partijen die écht bereid zijn om in het gebied te investeren. Zij vinden elkaar in de vijf gezamenlijke ambities, waaronder erfgoed als inspiratiebron.

Het thema van het Havenkwartier Deventer is “Ruimte voor ideeën”. Dat betekent dat bewoners en ondernemers met een inspirerend idee hier aan de slag kunnen, óók diegene met een klein of modaal budget. De geschiedenis van het Havenkwartier laat zien dat pragmatisme tot een aansprekende architectuur kan leiden. De tweede jeugd van het gebied vindt echter plaats in de 21e eeuw, vlak na een diepe recessie. Het is nu de uitdaging om een esthetiek te ontwikkelen die niet zozeer gebaseerd is op geld, maar op de combinatie van pragmatisme, fantasie en creativiteit die past bij een ondernemende havensfeer.

Erfgoed als inspiratiebron

De haven vertelt het verhaal van Deventer als handels- en industriestad. De historische structuur en gebouwen zijn echter meer dan een relict. Zij vormen de basis van een ‘anders dan anders’ woon- en werkmilieu dat de verbeelding prikkelt.

Architectuur = Gebruik + Bouwtechniek

Het cultuurhistorische erfgoed vertelt het verhaal van de haven en vormt daarom de inspiratiebron in het Havenkwartier Deventer, óók voor de nieuwbouw. Deze no-nonsense logica is typerend voor het hele gebied: altijd functioneel, zonder fratsen. De gebouwen weerspiegelen de functie waarvoor ze gemaakt zijn, zoals opslag, overslag, ambacht of industrie. De bouwtechniek is puur en eerlijk, je ziet hoe het gemaakt is. Dit geeft de gebouwen in het Havenkwartier een eigen gezicht: “form follows function” met soms een enkele decoratieve toevoeging. Het is eenvoudige architectuur die tóch aanspreekt én uniek is. 

''Welstand'' op basis van slechts 8 algemene uitgangspunten:

Uitgangspunt 1. Behoud en ontwikkeling van erfgoed is méér dan restauratie. Hier geen openluchtmuseum, maar een tweede jeugd! 

Uitgangspunt 2. Elk gebouw heeft een eigen logica, expressie en duurzaamheid; het is altijd “one of a kind”, nooit een kopie.

Uitgangspunt 3. Het “maken” is weer in, zeker in het Havenkwartier. De (bouw)techniek mag dus weer afleesbaar zijn.

Uitgangspunt 4. Alle materialen zijn toegestaan, mits het “industrieel” wordt toegepast: grote oppervlakten en een herhaling van robuuste details.

Uitgangspunt 5. Een gebouw in het Havenkwartier is nooit af; het is een doorlopende bouwplaats met architectonische “jaarringen” die zichtbaar zijn.

Uitgangspunt 6. Bewoners en ondernemers komen af op de “form follows function” architectuur in het Havenkwartier, bestaand én nieuw.

Uitgangspunt 7. Vandaag werk ik in mijn atelier, morgen op straat. Binnen en buiten vloeien daarom in elkaar over, met de gevel als intermediair.

Uitgangspunt 8. Vijfhoek? Havenkwartier! De architektuur onderstreept de dynamische  7 X 24 uur spirit van het gebied: er is altijd wat te zien. 

De bestaande silo's vormen de referentie voor nieuwe ontwikkelingen. Tegen of op de Grijze silo mag gebouwd worden.

Download het gehele beeldkwaliteitsplan via deze link.


2012   Grijze silo heeft in bestemmingsplan aanwijzing karakteristiek gebouw

Grijze silo heeft in bestemmingsplan aanwijzing karakteristiek gebouw

De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan voor het Havenkwartier vastgesteld. Het bestemmingsplan zal de huidige sfeer en beleving bij het Havenkwartier behouden. Daarnaast stimuleert het plan bewoners en ondernemers om bijzondere initiatieven te ontwikkelen. Voor een aantal cultuurhistorische panden wordt een beschermingsregeling opgenomen. Deze zullen in hun waarde gelaten worden.

Het beeldkwaliteitplan met als titel “Poor but sexy” moet de initiatiefnemers inspireren om, net als bij het bestemmingsplan, bij het Havenkwartier passende en vernieuwende aanpassingen aan bestaande gebouwen en/of nieuwbouw te ontwikkelen. Zo biedt het ruimte aan creativiteit van de bewoners, gebruikers en architecten.

De Grijze silo is geen momument. Het gebouw is als karakteristiek aangewezen in het bestemmingsplan van het Havenkwartier. De aanwijzing karakteristiek heeft als doel behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle panden. Een karakteristiek gebouw mag namelijk pas gesloopt worden als handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist gezien de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Intermezzo: Voor de Grijze silo is in 2014 door de huidige eigenaren een haalbaar transformatieplan opgesteld waarmee de sloop van de Grijze silo kon worden voorkomen.

De Grijze silo is één van de gebouwen die mede het verhaal van het Havenkwartier vertellen. Transformatie van een dergelijk karakterisitiek gebouw wordt in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Tegen of op de Grijze silo mag gebouwd worden. Belangrijk is dat in het transformatieplan rekening gehouden wordt dat het oorspronkelijke karakter van het gebouw afleesbaar blijft. Dit vanuit de overtuiging dat ontwikkeling en hergebruik de beste voorwaarde is voor behoud van de cultuurhistorische betekenis van de gebouwen in relatie tot het Havenkwartier als totaal.

De Grijze silo is van waarde vanwege:

- voorbeeld in deze omvang van een silo in glijbekisting;

- voorbeeld van een zuiginstallatie en overslaginrichting uit de jaren zestig en zeventig van de twinstigste eeuw;

- historisch landmark en baken in het Deventer stadslandschap.

Ets: Peter Paul Hattinga Verschure

Grijze silo heeft in bestemmingsplan aanwijzing karakteristiek gebouw


2014   Transformatie van een vervallen blikvanger tot modern stadsicoon

Transformatie van een vervallen blikvanger tot modern stadsicoon

Doordat de grijze silo een gebouw is dat juist heel specifiek is voor de functie, is het niet makkelijk een functieverandering te realiseren. De huidige silo indeling kan niet zonder meer gesloopt worden, dit zou de stabiliteit ernstig schaden. De cellenstructuur dient behouden te blijven, of er dient een nieuw stabiliteitssysteem aangebracht te worden, ter ondersteuning van de gevels.

Er is ontwerp gemaakt met behoud van het karakter van het gebouw. De transformatie van de silo is gebaseerd op het uitgangspunt dat geen (grote) constructieve aanpassingen noodzakelijk zijn. Doorslaggevend voor de herbestemming is het onderzoek naar de kwaliteit van het beton. Daaruit is gebleken dat de betonrenovatie pragmatisch en binnen aanvaardbare financiële kaders is uit te voeren. Daarmee vormen de betonherstelwerkzaamheden geen belemmering meer voor de haalbaarheid van de uitvoering van het transformatieplan. Hierdoor is het mogelijk dat twee particulieren in het behoud en de herbestemming van de grijze silo als woning gaan investeren.

Dit is de eerste stap in een organische ontwikkeling van het gebouw waarvoor dit transformatieplan is gemaakt. Na realisatie daarvan zal de begane grond een publieke gerichte functie met een duurzaam karakter krijgen. Dit gebeurt vanuit de wensen van de gebruikers, waarbij er in de loop van de tijd steeds ruimte is voor veranderingen of toevoegingen. De Grijze silo wordt door ons ontwikkeld terwijl het gebruik wordt. Vanzelfsprekend door gebruik te maken van innovaties op het gebied van isolatie, energieopwekking en warmte terugwinning. We vereningen zo het maatischappelijke belang van het op langere termijn behouden van de Grijze silo voor de stad met de ambitie Deventer Energie Neutraal 2030. Van een Grijze silo naar een Groene silo.

Transformatie van een vervallen blikvanger tot modern stadsicoon


2016   Studio Groen+Schild presenteert ontwerp begane grond

Studio Groen+Schild presenteert ontwerp begane grond

Tijdens het in Havenkwartier LOS festival heeft Studio Groen+Schild het ontwerp voor en het toekomstige gebruik van de begane grond van de Grijze silo gepresenteerd. Het industriële karakter van de silo is de inspiratie voor het ontwerp van hun nieuwe werkruimte.


De begane grond van de Grijze silo wordt getransformeerd tot een eigentijdse werkplek met behoud van zijn industriële karakter. De binnenzijde van de silo, met elementen zoals trechtermonden, kettingen, ruwe betonnen wanden en bakstenen, wordt zoveel mogelijk intact gelaten. Een opvallende toevoeging is de glazen uitbouw die vier meter uitkraagt aan de zijde van de haven, wat zorgt voor een prachtig uitzicht en een moderne uitstraling. Deze uitbreiding wordt gerealiseerd in gegalvaniseerd staal en glas, waarbij de constructie die normaal gesproken verborgen is, juist zichtbaar is gemaakt aan de buitenzijde. Binnenin worden geïsoleerde ruimtes gerealiseerd, wat bijdraagt aan de energiezuinigheid van het gebouw. Het ontwerp is volledig elektrisch en maakt gebruik van een lucht-water-warmtepomp voor verwarming en koeling, zonder dat er een gasaansluiting nodig is.

Door het gebruik van een uniforme kleurstelling is goed afleesbaar wat oud is en wat nieuw is – een subtiele, maar krachtige ingreep die zorgt voor een heldere en samenhangende uitstraling.

Er was veel animo om de plannen van Studio Groen+Schild te bekijken. Hun ontwerp, waarin het behoud van karakter centraal staat, trok volop de aandacht. Bezoekers reageerden enthousiast en spraken hun waardering uit voor de zorgvuldige manier waarop historie en vernieuwing samenkomen. Ook ontvingen de ontwerpers veel lof voor hun doordachte aanpak en oog voor detail.

Studio Groen+Schild presenteert ontwerp begane grond


2017   Transformatie begane grond Grijze silo gereed

Transformatie begane grond Grijze silo gereed

24 juli 2017

De transformatie van de begane grond van de Grijze silo is gereed. Klik op de link om het prachtige resultaat te bekijken!

De transformatie is tot stand gekomen op basis van een ontwerp van Studio Groen+Schild en in samenwerking met o.a. Studio Groen+SchildPeree BouwadviesJanssen de Jong bouwMachinefabriek B. EijsinkWolf EnergiesystemenVan Dalen installatietechniek en Mondana

De begane grond wordt gehuurd door Studio Groen+Schild als werkruimte en atelier. Een deel van de ruimte zal zodanig worden ingericht dat deze ook gebruikt kan worden voor andere doeleinden. Te denken valt aan inspirerende lezingen, kennisateliers, kleine exposities en (buurt)bijeenkomsten met als thema; architectuur, erfgoed, kunst, cultuur en duurzaamheid.

Transformatie begane grond Grijze silo gereed


2018   Transformatie woning bovenin Grijze silo gereed

Transformatie woning bovenin Grijze silo gereed

De transformatie van de woning bovenin de Grijze silo is dit jaar gereed en is tot stand gekomen in samenwerking met o.a. I'M architectenPeree BouwadviesRiskzone Considering safetyWolf EnergiesystemenVogel, specialist in betononderhoudTen Have MetaalwerkenSfeerbetonSiemens't Keukenatelier.

Bekijk via deze link de foto's van het transformatie proces (2015-2018).


2020   Architectonisch ontwerp uitbreiding van Studio Groen+Schild

Architectonisch ontwerp uitbreiding van Studio Groen+Schild

De Grijze silo heeft een karakteristieke uitstraling, zowel voor het Havenkwartier als de stad Deventer. De uitstraling van dit gebouw behouden en versterken wij met ons ontwerp.  Ons concept voor de uitbreiding van de Grijze silo is een zichtbaar nieuwe toevoeging aan het iconische gebouw. Het uitgangspunt is het realiseren van een staalconstructie die visueel loskomt van de bestaande betonnen silo en de uitbouw die al is gerealiseerd in blauwgrijs staal en glas.

De nieuwe uitbreiding staat op kolommen (zonder gesloten gevels), waardoor de kenmerkende doorzichten in het silogebied behouden blijven. Op de eerste verdieping komen een tweetal units die als woonruimte of als kantoorruimte kunnen worden gebruikt. In de unit aan de oostzijde komt Groen & Schild wonen. Deze unit wordt verbonden worden met de huidige ruimte van Studio Groen+Schild.

Wonen en werken blijft op deze plek in het Havenkwartier het uitgangspunt. De ruimtes zijn zo vormgegeven dat een eventuele functiewijziging eenvoudig kan worden gerealiseerd. De uitbreiding is daarmee toekomstbestendig; een belangrijk onderdeel van duurzaam ontwerpen.

De staalconstructie blijft in het zicht, de thermische schil ligt aan de binnenzijde. De uitstraling is daardoor poor but sexy. De gevelvulling van de constructie wordt bepaald op basis van beschikbare materialen. De ambitie is om deze op te bouwen uit hergebruikte materialen. Deze kan bestaan uit tweedehands damwand profielen, hergebruikte kozijnen en andere gevelelementen. Om een goede eenheid in de gevels te krijgen zullen deze elementen allemaal dezelfde gegalvaniseerde staalkleur krijgen.

De Grijze silo is getransformeerd van een vervallen blikvanger tot een modern en duurzaam stadsicoon. Naast een toekomst bestendig ontwerp, gebruik van circulaire bouwmaterialen voorziet deze uitbereiding ook in de energietransitie. Het ontwerp is gasloos, voorzien van zonnepanelen via de zonneroos van Deventer Energie en duurzame installatie waaronder lucht-warmtepompen en ventilatie met warmte terugwinning en een goede thermische schil.

Nieuwsgierig hoe het er uit komt te zien, bekijk via deze link het fotoverslag van de bouwwerkzaamheden.

Architectonisch ontwerp uitbreiding van Studio Groen+Schild


2021   Bouw uitbreiding Grijze silo gereed

Bouw uitbreiding Grijze silo gereed

Bekijk het fotoverslag van de uitbreiding van de Grijze silo via deze link.

Bouw uitbreiding Grijze silo gereed


2023   Bestemmingsplan Chw Deventer stad en dorpen, 1e herziening

Bestemmingsplan Chw Deventer stad en dorpen, 1e herziening

Stedenbouwkundige en cultuurhistorische uitgangspunten (paragraaf 2.3)

In essentie is het bestemmingsplan de vertaling van de stedenbouwkundige ambities die voor het plangebied zijn opgesteld. De ambities zijn per deelgebied samengevat. De Silo's is één van de te onderscheiden deelgebieden.

Binnen de deelgebieden zijn de donkerblauw gekleurde gebouwen de te herontwikkelen / behouden bestaande bebouwing. Dit zijn de gebouwen die mede het verhaal van het havenkwartier vertellen. Hierbij is het vertrekpunt dat het Havenkwartier geen openluchtmuseum wordt, maar een plek waar bestaande karakteristieke gebouwen een tweede jeugd krijgen.

De cultuurhistorische waarde en hergebruikmogelijkheden van deze gebouwen zijn middels een onderzoek in beeld gebracht in het rapport “Havenkwartier Deventer gebouwenboek (zie ook op deze website de pagina onder de tijdlijn van het jaar 2009)”.

Transformatie van deze gebouwen is mogelijk als het oorspronkelijke karakter van het gebouw afleesbaar blijft. Dit vanuit de overtuiging dat ontwikkeling en hergebruik de beste voorwaarde is voor behoud van de cultuurhistorische betekenis van de gebouwen in relatie tot het havenkwartier als totaal. De beoogde nieuwe bebouwing binnen de deelgebieden zijn lichtblauw gekleurd. Buiten de deelgebieden is de bestaande bebouwing eveneens gekleurd. De verschillende deelgebieden hebben hun eigen gebiedskarakteristiek. Deze karakteristiek is samen met de ambities hieronder samengevat. 

Deelgebied De Silo's

Het deelgebied De Silo's is hyper-gemengd, zowel qua bebouwing als qua gebruiksfuncties. In dit deelgebied (zowel de openbare als de niet-openbare ruimte) manifesteert zich het concept van het Havenkwartier optimaal. Er is vrijheid om in de openbare ruimte voorzieningen aan te brengen ten behoeve van duurzame energie. De bebouwing wordt gekenmerkt door contrasten, oud versus nieuw, hoog versus laag, complex versus solitair. Het is een deelgebied met veel potentie, het uitzicht is fenomenaal, veel van de gebouwen zijn echte smaakmakers.

De zwarte silo (1) krijgt een exclusieve publieksfunctie. Cultuurhistorische kenmerken zijn onder meer dat dit gebouw de eerste betonsilo van Deventer was, de robuuste en gesloten uitstraling en de combinatie met een pakhuis en kantoor. Detailhandel is hier zonder meer toegelaten, mits het bijdraagt aan het concept van het Havenkwartier, dat wil zeggen in overeenstemming is met hetgeen het bestemmingsplan verstaat onder 'het leefgebied Havenkwartier Deventer' (onconventioneel en patroondoorbrekend). In het deelgebied is binnen het bouwvlak ruimte voor nieuwe bebouwing, het samenspel van oude en nieuwe bebouwing zal een stedelijk en kenmerkend beeld opleveren.

De grijze silo (2) vormt een echt landmark voor Deventer, ooit het hoogste met een glijbekisting gemaakte gebouw. Kenmerkend is de elegante uitstraling door de verticale ribben waardoor de silo's in het gebouw aan de buitenzijde afleesbaar zijn. Tegen en op de grijze silo is nieuwe bebouwing mogelijk waardoor het mogelijk is de silo een tweede leven te geven. Ook buiten het bouwvlak is bebouwing toegestaan, mits die op haar beurt ook weer bijdraagt aan het bedoelde concept. Gebouwen (de silo's) mogen met elkaar worden verbonden door ondergeschikte tussenleden op verdiepingsniveau.

Wonen vormt een integraal onderdeel van het gemengde concept. Voor elk van de functies geldt dat ze het gebied niet mogen domineren. Via de gronduitgifte kan dit worden geregisseerd. De verschillen tussen de gebouwen (oud en nieuw) zullen ook een verschillend gebruik "afdwingen". Langs de openbare kade kan nieuwe bebouwing worden opgericht, op een afstand van ten minste 15 m van de kade. De bestaande rooilijnen aan de mr. H.F. de Boerlaan en de Noordzeestraat dienen te worden gerespecteerd, evenals de zichtlijnen tussen de silo's en het vrije uitzicht vanaf de kop van de kade.

Bestaande karakteristieke gebouwen binnen dit deelgebied zijn: zwarte silo (1), hoge silo (2), machinefabriek Eijsink (een mooi voorbeeld van een smederij waarboven gewoond werd) (3), brugwachterswoning (4), Bella Macchina (5), en vanwege de samenhang met de hoge silo het Elevatorgebouwtje, (6). 

Bron: Bestemmingsplan Chw Deventer stad en dorpen, 1e herziening (vastgesteld 24-05-2023 - geheel onherroepelijk in werking); bestandsnaam b_NL.IMRO.0150.Chw036-VG01_tb1; Bijlage Beschrijving plan Havenkwartier. Deze bijlage komt uit de toelichting van het bestemmingsplan ‘Havenkwartier’, vastgesteld 13 juni 2012. Deze toelichting was ook opgenomen in het daarvoor afgaande bestemmingsplan Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel B (vastgesteld 01-07-2020).


2024   Visie op hoger bouwen

Visie op hoger bouwen

De gemeente Deventer heeft de vastgesteld. Door hoger te bouwen kan de ruimte beter gebruikt worden. Tegelijk moeten de ruimtelijke kwaliteiten van Deventer, zoals het stadsgezicht, goed beschermd worden. Hiervoor is de ‘Visie op hoger bouwen in Deventer’ opgesteld. In de Visie staat op welke plekken er gedacht kan worden aan hoger bouwen, welke maximale hoogtes kunnen gelden en aan welke eisen voldaan moet worden. De Visie op hoger bouwen in Deventer geldt als onderdeel en uitwerking van de Welstandsnota.

De Grijze silo is geen onderdeel van het beschermd stadsgezicht en is ook geen monument. Maar.....met de visie op hoger bouwen in Deventer verliest de Grijze silo wel haar unieke cultuurhistorische waarde als het baken van het Deventer stadslandschap.

Deze animatie legt in het kort uit hoe we de gemeente Deventer wil omgaan met hoger bouwen.

De Grijze silo (51 meter hoog) behoord nu nog tot één van de vier hoogste gebouwen van de stad.

Huidige gebouwen > 50 meter

De Grijze silo wordt in de Visie op hoger bouwen door de gemeente Deventer genoemd als goed voorbeeld van getransformeerd industrieel erfgoed.

 

 

Bedankt voor het mooie compliment!  

 

Hoogbouw+  (van 55 t/m 70 meter hoogte)

Er worden geen nieuwe gebouwen tussen 41 en 55 meter meer toegevoegd aan Deventer. Zo ontstaat er een duidelijk verschil in hoogte van circa 15 meter tussen de categorie hoogbouw en hoogbouw+. Het onderscheid tussen hoogbouw en hoogbouw+ wordt daarmee benadrukt, bestaande en nieuwe iconen worden zo duidelijk herkenbaar en leesbaar in het silhouet van de stad. We hanteren voor de nieuwe iconen (hoogbouw+) een maximale bouwhoogte van 70 meter. Hoger wordt er niet gebouwd in Deventer. En met een positionering op ruime afstand van de historische binnenstad (minimaal 500 meter) zorgen we ervoor dat er geen conflict ontstaat met de iconische uitstraling van de Lebuinustoren binnen het beschermd stadsgezicht.